Havenregelement
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
Art. 1.
Onder Stichting wordt verstaan de Stichting Jachthaven Accommodatie Wassenaar ingeschreven bij
de Kamer van Koophandel te Den Haag onder nummer S152235.
Onder Vereniging wordt verstaan de Watersport Vereniging Wassenaar ingeschreven bij de Kamer
van Koophandel te Den Haag onder nummer V409062.
Art. 2.
Onder de “Dorpshaven” wordt verstaan, het bij de Stichting in exploitatie zijnde wateroppervlak
nabij de in Wassenaar gelegen straten, genaamd Haven en Hofcampweg, evenals de zich daarin
bevindende steigers en andere voorzieningen voor de gebruikers van de Dorpshaven.
Onder de “Buitenhaven” wordt verstaan het bij de Stichting in exploitatie zijnde wateroppervlak aan
de van Duivenvoordelaan 562 te Wassenaar, evenals de daaraan grenzende taluds, terreinen, steigers,
afrasteringen, beplantingen, constructies, bebouwingen, parkeerterreinen, wegen en paden.
Voor zover niet afzonderlijk genoemd, is dit havenreglement van toepassing op de beide havens.
Art. 3.
De Vereniging beheert de havens namens de Stichting.
De havencommissaris, daarin bijgestaan door een havencommissie, houdt toezicht op de naleving
van dit reglement. De havencommissie is samengesteld uit ereleden, leden of buitengewone leden
van de Vereniging.
Art. 4.
De havencommissaris is belast met de regeling van en de controle op de dagelijkse gang van zaken
in de havens.
Art. 5.
Een lid van de havencommissie vervangt de havencommissaris bij diens afwezigheid.
Art. 6.
Het onderhoud van de havens geschiedt door de leden van de Vereniging. De onderhoud
commissaris, coördineert de onderhoudsactiviteiten.
Art. 7.
Onder milieuvergunning wordt verstaan de beschikking met bijlagen van Burgemeester en
Wethouders van Wassenaar, waarvan de datum vermeld is bijlage 1. Deze milieuvergunning met
bijlagen ligt ter inzage op het havenkantoor.
HOOFDSTUK 2 ORDEREGELS
Art. 8.
Toegang tot de haven hebben:
a. ereleden, leden, buitengewone leden, jeugdleden, donateurs en houders van een vaste ligplaats en
tevens gasten, die met hun schip de haven bezoeken.
b. echtgenoten, huisgenoten en tot het gezin behorende kinderen van de onder a. genoemde personen.
c. personen, die door de onder a. genoemde personen geïntroduceerd zijn. Een dergelijke introductie
geldt per gelegenheid.
Art. 9.
Iedere gebruiker van de haven is verplicht om de goede gang van zaken in de haven te bevorderen.
Aanwijzingen van de havencommissaris of een lid van de havencommissie dienen direct te worden
opgevolgd.
Art. 10.
Activiteiten, voor zover die aan anderen schade kunnen toebrengen of overlast bezorgen, of die
strijdig zijn met de bepalingen van de milieuvergunning zijn niet toegestaan. Het gebruiken van een
werphengel is een voorbeeld hiervan.
Art. 11.
Iedere gebruiker van de haven is verplicht een deugdelijke verzekering te hebben voor schade aan de
haven en aan eigendommen van derden. Een desbetreffende polis dient op verzoek aan de
havencommissaris getoond te worden.
Art. 12.
Iedere gebruiker van de Buitenhaven is verplicht bij het betreden of verlaten van de terreinen en
opstallen, het toegangshek en/of de deuren te sluiten.
Art. 13.
Een sleutel voor het toegangshek is te verkrijgen bij de havencommissaris na betaling van een
borgsom.
Art. 14.
Geluidsapparaten moeten zodanig worden afgesteld dat ze geen overlast geven. Ook dienen vallen,
die hoorbaar tegen een mast kunnen slaan, vastgezet te zijn.
Art. 15.
Het aanbrengen of voeren van enige reclame, in welke vorm dan ook, is zonder toestemming van de
havencommissaris NIET toegestaan.
Art. 16.
Iedere eigenaar is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn vaartuig deugdelijk ligt afgemeerd en wel
zodanig dat, geen schade wordt toegebracht aan andere vaartuigen, steigers en wallenkanten.
Art. 17.
Huisdieren op het haventerrein dienen aangelijnd te zijn of gedragen te worden.
Fecaliën dienen door de houder van het huisdier te worden opgeruimd en op de daarvoor bestemde
plaats te worden gedeponeerd.
Art. 18.
Onderwatertoiletten mogen in de haven niet gebruikt worden.
Art. 19.
Drinkwater dient niet verspild te worden. Onder verspilling wordt ook begrepen het afspuiten van
vaar- en voertuigen.
Art. 20.
Kamperen is uitsluitend toegestaan na goedkeuring van de havencommissaris.
Art. 21.
Goederen, in welke vorm dan ook, mogen niet op de steiger en/of het terrein blijven liggen, met
uitzondering van goedkeuring van de havencommissaris. Het geheel of gedeeltelijk blokkeren van de
steigers dient vermeden te worden.
Art. 22.
Aan steigers, palen en installaties mogen geen constructies of wijzigingen aangebracht te worden
noch mogen daaraan materialen bevestigd worden met uitzondering van goedkeuring van de
havencommissaris.
Art. 23.
Andere werkzaamheden dan die welke verband houden met de Vereniging of met de gestalde
schepen mogen NIET worden verricht zonder goedkeuring van de havencommissaris.
Art. 24.
Een gemeerd schip mag zijn schroef niet in het werk houden.
HOOFDSTUK 3 VEILIGHEID EN MILIEU
Art. 25.
Het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) is van toepassing op de wateren van de beide havens. Het
Wegenverkeersreglement is van toepassing op het terrein van de Buitenhaven.
Art. 26.
Op schepen met gasinstallaties mogen uitsluitend gasflessen gevuld met propaan of butaan aanwezig
zijn. De installatie moet deugdelijk zijn en in goede staat verkeren (zie ook milieuvoorschrift).
Art. 27.
De eigenaar of gebruiker van een vaartuig voorzien van brandstof (zoals benzine en gas) is verplicht
er zorg voor te dragen dat, een in goede staat verkerende snelblusser met een passende capaciteit aan
boord aanwezig is (zie ook milieuvoorschrift).
Art. 28.
Met vuur en licht ontvlambare stoffen moet met de uiterste voorzichtigheid worden omgegaan. Als
bij de werkzaamheden vuur gebruikt wordt, moeten de nodige veiligheidsmaatregelen worden
getroffen en dienen minimaal twee personen aanwezig te zijn. Tevoren moet voor afdoende
blusmiddelen worden gezorgd.
Art. 29.
Het gebruik van elektriciteit van de vereniging is slechts toegestaan bij toepassing van deugdelijke en
veilige leidingen, stekers en apparaten. Naar het oordeel van de havencommissaris ondeugdelijke
installaties mogen niet gebruikt worden.
Art. 30.
Het aanleggen van vaste of semi-vaste elektrische leidingen is niet toegestaan. Net zo min , als het
gebruik van apparaten met een aansluitwaarde van meer dan 2 Ampère. Dit houdt in dat het verboden
is apparatuur, zoals elektrische kachels en dergelijke apparaten te gebruiken. Bij geconstateerde
overtreding zal de stekker verwijderd worden en is het bestuur gerechtigd de gemaakte extra kosten
in rekening te brengen.
Art. 31.
Chemische stoffen inclusief accu’s dienen zelf afgevoerd te worden of te worden ingeleverd op de
haven bij de accubak. Huishoudelijk afval dient in de daarvoor bestemde container gedaan te worden.
Art. 32.
Indien zich een onvoorziene gebeurtenis voordoet, waarbij het milieu verontreinigd wordt of dreigt te
worden, dient direct:
a de havencommissaris of een van de bestuursleden gewaarschuwd te worden.
b. maatregelen genomen te worden om verdere verontreiniging te voorkomen
c. de opgetreden verontreiniging op verantwoorde wijze ongedaan gemaakt te worden.
d. De vorkheftruck mag uitsluitend worden gebruikt door de havencommissaris of door de onderhoud
commissaris of door personen die expliciet door hen gemachtigd zijn. Op elk ander gebruik is art. 71
van toepassing.
e. Het gebruik van elektriciteit is alleen toegestaan voor werkzaamheden aan boord of het opladen
van accu’s als er iemand op de boot aanwezig is. Bij het verlaten van de haven dient men in principe
de stekker te verwijderen. Voor het opladen van de boordaccu (‘s) mag de stekker blijven zitten, mits
men er rekening mee houdt dat anderen de stekker mogen verwijderen. Een ieder wordt verzocht
tijdelijk verwijderde stekkers weer terug te plaatsen. De haven- of onderhoud commissaris is namens
het bestuur gerechtigd stekkers die gedurende meer dan 7 dagen in de unit zitten te verwijderen.
HOOFDSTUK 4 GASTEN
Art. 33.
De eigenaar of gebruiker, die met zijn vaartuig als gast de haven bezoekt, dient zich bij de
dienstdoende havenmeester te melden en diens aanwijzingen op te volgen.
Art. 34.
Door het afmeren van zijn vaartuig in de haven onderwerpt hij zich aan de bepalingen van dit
havenreglement.
Art. 35.
De dienstdoende havenmeester wijst gasten hun ligplaats, int de daarvoor geldende vergoeding en
houdt een register bij van de binnengekomen gasten en de geïnde liggelden.
HOOFDSTUK 5 STALLING EN LIGPLAATSEN
Art. 36.
Degene die een vaste ligplaats in een van de havens willen hebben, of een stalling op het terrein van
de Buitenhaven, dienen daartoe een schriftelijk verzoek in bij de havencommissaris of het bestuur
van de Vereniging.
Art. 37.
Niet toegelaten zullen worden vaartuigen:
a. die niet in een goede staat van onderhoud verkeren.
b. die regelmatig (ter beoordeling van de havencommissaris) ter beschikking van derden worden
gesteld.
Art. 38.
Behoort een vaartuig aan meerdere eigenaren toe, dan is men bij het verwerven van een ligplaats
verplicht de naam(en) en adres(sen) van de mede-eigenaar(en) bij de havencommissaris bekend te
maken.
De gezamenlijke eigenaren wijzen een van hen aan als direct verantwoordelijke tegenover de
havencommissaris of vereniging.
Ieder van de mede-eigenaren is hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk voor al hetgeen, waartoe de
aangewezen eigenaar of de gezamenlijke mede-eigenaren zich tegenover de havencommissaris of de
Vereniging verplicht hebben.
Art. 39.
Indien het vaartuig van eigenaar verandert, vervalt het recht op de ligplaats, tenzij de oud-eigenaar de
ligplaats wenst te gebruiken voor een ander hem in eigendom toebehorend schip, waarvan de
afmetingen niet groter zijn dan het oorspronkelijke en mits het vervangende schip ook overigens
voldoet aan de eisen van dit reglement. De nieuwe eigenaar heeft NIET het recht op die ligplaats.
Art. 40.
Diegenen, die geen vaste ligplaats in een van de havens hebben, kunnen verzoeken in de
winterperiode in de haven te verblijven.
Art. 41.
De havencommissaris wijst de stalling en ligplaatsen toe. De toewijzing van ligplaatsen geschiedt aan
de hand van de beschikbare ruimte. Leden van de Vereniging hebben voorrang. Belanghebbenden,
waarvoor geen ligplaats beschikbaar is, kunnen op een wachtlijst worden geplaatst.
Art. 42.
Alles wat als voertuig dan wel als transportmiddel kan worden aangemerkt dient geparkeerd te
worden op de daarvoor aangewezen plaatsen.
Art. 43.
Houders van een vaste ligplaats zijn gerechtigd om van de parkeervoorzieningen gebruik te maken.
Niet-houders van een vaste ligplaats kunnen alleen met toestemming van de havencommissaris van
de parkeervoorzieningen gebruik maken.
Art. 44.
Bij een afwezigheid van meer dan drie dagen zijn houders van een ligplaats verplicht hun vertrek en
vermoedelijke terugkomst bij de havencommissaris te melden.
De havencommissaris is bevoegd om aan binnenkomende vaartuigen een tijdelijke ligplaats toe te
wijzen op deze vrijgekomen ruimten.
Art. 45.
Het afmeren van een bij- of volgboot in de ligplaats is slechts toegestaan mits deze niet buiten de box
steekt.
Art. 46.
In spoedeisende gevallen en uiterste noodzaak heeft de havencommissaris het recht een schip te doen
verhalen of een voertuig te verplaatsen. Dit verhalen of verplaatsen zal met grote zorgvuldigheid
geschieden.
Art. 47.
In alle gevallen, waarin vaar- en voertuigen, trailers en andere voorwerpen zich op of in de haven
bevinden zonder dat de betreffende eigenaar-gebruiker daartoe gerechtigd is, heeft de
havencommissaris het recht die vaar- en voertuigen en andere voorwerpen te doen verwijderen op
kosten van de betreffende personen. De havencommissaris zal echter eerst pogen de betreffende
eigenaar-gebruiker aan te zeggen het voorwerp te verwijderen.
HOOFDSTUK 6 STALLINGCONDITIES
Art. 48.
Voor het gebruik van stalling, vaste ligplaats of verblijf in de haven in de winterperiode is de
gebruiker een door het Stichtingsbestuur vastgestelde vergoeding verschuldigd, hierna te noemen
“havengeld”. De vergoeding voor een vaste ligplaats of stalling geldt voor een vol kalenderjaar.
Art. 49.
Opzeggingen van stalling of vaste ligplaats dienen schriftelijk te geschieden.
Bij opzegging voor 1 juli is 50% van het havengeld verschuldigd en dient de boot voor 1 juli de
haven te verlaten. Bij opzegging na 1 juli is het gehele havengeld voor dat betreffende jaar
verschuldigd en dient de boot voor 1 januari van het volgende kalenderjaar de haven te verlaten
Art. 50.
Bij toewijzing van een vaste ligplaats of stalling voor 1 juli is 100% van het havengeld verschuldigd,
Bij toewijzing na 1 juli is 50% van het havengeld verschuldigd.
Art. 51.
Onderverhuur van de stalling en/of ligplaats, is zonder schriftelijke toestemming van de
havencommissaris NIET toegestaan.
Art. 52.
De contributie voor de Vereniging, het havengeld evenals de vergoeding voor het hellingen, indien
van toepassing, zijn verschuldigd per 1 januari van het jaar. Betalingsverplichtingen dienen binnen
dertig dagen na ontvangst van de factuur betaald te zijn, tenzij van tevoren met de penningmeester
een andere betalingsregeling is overeengekomen. De wijze van invordering bij niet (tijdig) nakomen
van de verplichtingen is in hoofdstuk 9 SANCTIES van dit reglement vastgelegd
Art. 53.
Tegenover een vordering tot betaling uit hoofde van het onderhavige havenreglement kan geen
beroep op schuldvergelijking worden gedaan, terwijl alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten
zoals advocaat-, deurwaarderskosten etc. geheel voor rekening zijn van de betrokkene die in gebreke
bleef de betreffende vordering tijdig te voldoen.
HOOFDSTUK 7 TAKEN VOOR LEDEN:
Art. 54.
Iedere houder van een vaste ligplaats of trailerplek is verplicht mee te werken aan het onderhoud van de havens of anderszins activiteiten ten behoeve van de vereniging te ontplooien een en ander ter beoordeling doorhet bestuur. Deze verplichting geldt niet voor diegene die al actief meewerkt in de Vereniging, jonger is dan 16 jaar of ouder is dan 70 jaar. Het bestuur kan een gebruiker van deze verplichting ontheffen. Nieuwe leden kunnen, ter beoordeling van het bestuur, worden aangewezen voor taken waar tekort aan vrijwilligers voor is.
Art. 55.
Om misverstanden achteraf te voorkomen wordt bij aanvang van de zogenaamde steigerdienst een
handtekening geplaatst en wordt ook na afloop van deze steigerdienst nog een handtekening
geplaatst. Ontbreekt een van beide handtekeningen of ontbreken beide handtekeningen dan staat
daarmee vast dat de steigerdienst niet of niet geheel is uitgevoerd
Art. 56.
Regelmatig worden werkdagen of avonden gehouden waar aan bij toerbeurt per steiger dient te
worden deelgenomen door alle ligplaatshouders van de betreffende steiger voor wie de verplichting
geldt. Ligplaatshouders die verhinderd zijn om te komen werken op de vastgestelde dag, moeten
daarvan tijdig bericht geven aan de onderhoud commissaris onder gelijktijdige vastlegging van een
nieuwe dag waar op de verplichte werkzaamheden alsnog worden verricht.
Art. 57.
Gebruik van materieel of gereedschappen van de Vereniging dient in overleg met de onderhoud
commissaris te geschieden. De onderhoud commissaris kan voor dat gebruik nadere voorwaarden
stellen.
Art. 58.
Materieel of gereedschappen van de Vereniging dienen na gebruik onmiddellijk te worden
teruggebracht op de plaats van bestemming.
Art. 59.
Bij zoekraken of beschadiging kan de onderhoud commissaris van de daarvoor aansprakelijke
persoon schadevergoeding eisen.
HOOFDSTUK 8 ONDERHOUD VAN SCHEPEN
Art. 60.
Aan schepen in het water mag slechts klein onderhoud worden uitgevoerd. Hieronder wordt verstaan
het:
a. verwijderen van verflagen, waarbij het niet toegestaan is om elektrisch handgereedschap met een
groter vermogen dan 1.5 kW te gebruiken,
b. het aanbrengen van plamuurlagen,
c. het aanbrengen van verflagen met kwast of roller,
d. het uitvoeren van klein timmerwerk en daarmee vergelijkbare werkzaamheden.
Art. 61.
Het hellingen van schepen geschiedt alleen op schriftelijk verzoek aan de havencommissaris. Indien
het aantal verzoeken daartoe de beschikbare plaatsen overtreft, bepaalt de havencommissaris welke
schepen op de wal worden gezet.
Art. 62.
De kostenvergoeding voor het hellingen wordt door het bestuur van de Vereniging vastgesteld.
Art. 63.
Het hellingen en het te water laten van schepen wordt onder toezicht van de havencommissaris door
leden van de Vereniging verricht. Deze leden vormen de hellingploeg en zijn als zodanig te
herkennen aan hun kleding. Tijdens het hellingen moeten aanwijzingen en verordeningen van de
hellingploeg door de overige aanwezigen onverwijld opgevolgd worden. Eigenaren en gebruikers van
schepen die op de wal gezet worden of te water gelaten worden dienen tijdens het hellingen aanwezig
te zijn of voor een vervanger te zorgen om een goede gang van zaken te bevorderen.
Art. 64.
Het afspuiten van het onderwaterschip is niet toegestaan.
Art. 65.
Het opbrengen van verflagen met een spuitbus of verfspuit is niet toegestaan.
Art. 66.
Bij de werkzaamheden vrijkomend afschraapsel en andere vaste of vloeibare stoffen dienen
zorgvuldig opgevangen en veilig gesteld te worden totdat ze ingeleverd kunnen worden. Elektrisch
schuren dient zoveel mogelijk te gebeuren met gereedschap met stofafzuiging.
In verband met het aflakken van de schepen is het de laatste 2 weken voor het hellingen NIET meer toegestaan te schuren!
Art. 67.
Wegvegen of spoelen naar de plantsoenen, straatkolken of de haven is niet toegestaan.
Art. 68.
Ter vermijding van lawaai mogen geluid producerende werkzaamheden alleen worden uitgevoerd in
perioden, die bij het havenkantoor zijn aangegeven.
HOOFDSTUK 9 SANCTIES
Het bestuur van de Vereniging kan in de volgende gevallen een boete of administratiekosten
opleggen aan :
a. diegene die zich niet houdt of niet volledig houdt aan de uitvoering van volgens de
reglementen uit te voeren werkzaamheden (o.a steigerdiensten)
De in hoofdstuk 6 art. 48 en in bijlage 2a. genoemde havengelden zijn netto tarieven, die zijn
verschuldigd als men de voor ieder lid verplichte werkzaamheden heeft uitgevoerd. Heeft men
in de periode van 1 januari tot 1 januari van het daarop volgende jaar niet alle verplichte
werkzaamheden uitgevoerd, dan worden de netto havengelden verhoogd met respectievelijk:
€ 100,– indien een steigerbeurt niet uitgevoerd is
€ 200,– indien twee steigerbeurten niet uitgevoerd zijn
€ 300,– indien alle steigerbeurten niet uitgevoerd zijn
b. die enige milieumaatregel overtreedt. Wanneer door de overheid een boete wordt opgelegd,
kan deze verhaald worden op de betrokkene
c. Diegene die niet voldoet aan zijn of haar financiële verplichtingen t.o.v. de vereniging
Indien een rekening na de eerste aanmaning niet op tijd betaald wordt zullen
administratiekosten in rekening worden gebracht zoals vermeld op de website.
Indien na aanmaning de rekening niet of niet volledig op tijd betaald wordt kunnen de
volgende maatregelen worden genomen:
1. Blokkeren van de sleutel voor toegang tot de haven;
2. een aankondiging met instructies op het eigendom worden bevestigd;
3. een publicatie op de website van wvwassenaar;
4. het eigendom aan de ketting leggen
5. het betreffende vaartuig op de kant plaatsen zodat de box aan een ander verhuurd kan
worden;
6. Royement van lidmaatschap
7. Verbeurd verklaren en afvoeren van het betreffende eigendom van het voormalige lid.
Het bestuur van de Vereniging kan in de volgende gevallen het recht op het gebruik van een plaats in
de haven ontzeggen wegens:
a. Ernstige misdragingen op de havens;
b. het plegen van handelingen in strijd met dit havenreglement;
c. het tot wrak of obstakel verklaren van het vaartuig van betrokkene;
d. het in gebreke blijven of niet op tijd betalen van het havengeld, of andere financiële verplichting
aan de Vereniging.
De ontzegging wordt aan betrokkene schriftelijk, met redenen omkleed, mede gedeeld. In die
mededeling wordt tevens de ingangsdatum van de ontzegging vermeld evenals hoe tegen de
ontzegging bezwaar gemaakt kan worden.
Het bestuur van de Vereniging kan een vaartuig tot wrak of obstakel verklaren wanneer een vaartuig
naar het oordeel van de havencommissaris in een dusdanig verwaarloosde toestand verkeert dat
hierdoor het aanzien van de haven wordt ontsierd.
Art. 69.
In het geval van ontzegging kan het vaartuig van betrokkene van de ligplaats of de stalling op zijn
kosten door de Vereniging worden verwijderd, terwijl het volle bedrag van de verschuldigde gelden
invorderbaar blijft, respectievelijk zonder dat reeds betaalde gelden geheel of ten dele worden
gerestitueerd.
Art. 70.
De eigenaar is verplicht, de Vereniging te vrijwaren van haar eventuele aansprakelijkheid voor
schaden, die ter gelegenheid van het verplaatsen of elders doen verblijven van het schip ontstaan,
onverminderd de verplichting van de Vereniging om het ontstaan van dergelijke schade, zoveel als
redelijk mogelijk is, te voorkomen.
HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN.
Art. 71.
De Stichting noch de Vereniging is aansprakelijk voor een schade, hoe dan ook ontstaan, of diefstal
van welk eigendom van stalling of ligplaatshouder dan ook.
Iedere eigenaar of gebruiker is aansprakelijk voor de door hem of zijn vaartuig, voertuig, trailer of
ander transportmiddel veroorzaakte schade aan de havens of aan eigendommen van derden op de
haven.
Art. 72.
Een ieder die stalling of een ligplaats heeft binnen een van de havens wordt geacht kennis te hebben
genomen van alle bepalingen van dit reglement.
Art. 73.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, heeft de havencommissaris het recht hieromtrent
een beslissing te nemen.
Art. 74.
Geschillen, ontstaan over het havenbeheer, dienen binnen tien dagen schriftelijk te worden
voorgelegd aan het bestuur van de Vereniging dat, zo spoedig mogelijk in het geschil beslist.
Art. 75.
Dit reglement is door het bestuur van de Stichting goedgekeurd (1 januari 2018)
Bijlage 1 Milieuvergunning.
Onder milieuvergunning wordt verstaan de beschikking met bijlagen van Burgemeester en
Wethouders van Wassenaar, waarvan de datum vermeld is bijlage 1. Deze milieuvergunning met
bijlagen ligt ter inzage op het havenkantoor.
Bijlage 2 Havengelden en milieutoeslag
De hoogte van de tarieven worden separaat elk kalenderjaar gepubliceerd op de website van der
vereniging: www.wvwassenaar.nl De havengelden en tarieven worden in principe jaarlijks aangepast aan
de inflatie afhankelijk van de CBS-index, tenzij het bestuur van de stichting anders beslist.
a. Jaartarief.
Voor de vaste ligplaatsen is een jaartarief van toepassing (Het jaar loopt van 1 jan. t.e.m. 31 dec.).
In de Buitenhaven ligt het schip ’s zomers te water; ’s winters naar keuze in het water of op de kant voor
zover daar plaats is.
Het jaartarief wordt berekend door de oppervlakte van de box te vermenigvuldigen met de vastgestelde
prijs per vierkante meter
Voor de dorpshaven geldt een lagere prijs per vierkante meter omdat daar geen voorzieningen zijn
b. Winterstalling.
Uitsluitend winterstalling voor diegenen die geen vaste ligplaats in de Buitenhaven of Dorpshaven
hebben. Het tarief is gebaseerd op de bootslengte, naar boven afgerond op hele meters.
c.Voor de trailerstalling geldt een jaartarief.
d.Bijboot op de wal.
Voor de bijboten in de stalling geldt een tarief. In de winter is de plaats gratis, voor zover er plaats is.
Bijlage 3 Hellingtarieven
Het helling tarief is gebaseerd op de bootslengte afgerond naar boven in hele meters en dekt de
takelkosten en normaal elektriciteitsgebruik voor onderhoud.
Bij groot onderhoud (lashoek) wordt voor extra elektriciteit, gebruik in rekening gebracht.
Deze bedragen zijn verschuldigd aan de Vereniging.
Er zijn 3 hellingtarieven:
1. een lid heeft een jaarbox en betaalt alleen het hellen.
2. een lid heeft geen box. Hij betaalt het hellen en als stallingsgeld de helft van de prijs van een
box, rekening houdend met de lengte.
3. een lid heeft geen box. Hij overwintert in een lege box en betaalt de helft van de prijs van de
box.