Bij Fire Control kunt u terecht voor:
  • Onderhoud aan de alle merken brandblusmiddelen
  • Advies en levering van nieuwe brandblusmiddelen

het oorspronkelijk geplande moment tijdens het hellingen zal NIET doorgaan, wij verwijzen u graag door naar Fire Control, om daar individueel uw brandblusmiddelen te laten controleren, of aan te schaffen.

Gas is een veilige bron van warmte en energie aan boord van je boot, mits het op een juiste manier gebruikt en geïnstalleerd wordt. In dit blogitem geven wij adviezen en tips over hoe je gas aan boord veilig gebruikt, hoe je gasflessen veilig opbergt en hoe je een gasinstallatie veilig aanlegt.

Veilig gebruik van gas aan boord

Een eerste advies is om nooit autogas (LPG) te gebruiken. Propaan heeft, door de hogere werkdruk, de voorkeur. Eventueel is butaan ook een optie. Propaan gasflessen zijn wel redelijk groot van formaat, dus minder geschikt voor kleinere boten.

Gassoorten

LPG is een autogas en bestaat uit een mengsel van propaan- en butaangas. Het gebruik van LPG op de boot wordt ten zeerste afgeraden omdat het hoge vlammen kan veroorzaken.

Butaan gasflessen zijn speciaal gemaakt voor butaangas (“campinggas”). Butaangas heeft een lagere druk dan propaangas, dus een butaan gasfles mag nooit gevuld worden met propaan. Doe je dit wel, dan ontstaat er een levensgevaarlijke situatie. Je kunt de verschillende gasflessen makkelijk uit elkaar houden; butaanflessen zijn altijd blauw gekleurd en propaanflessen grijs, groengrijs of rood. De gasflessen moeten om de tien jaar vervangen of gekeurd worden.

Ook is het raadzaam om nooit gebruik te maken van wegwerptanks. Het verwisselen van deze tanks kan namelijk erg gevaarlijk zijn. Op open boten worden vaak zogenaamde losse gas sets toegepast. Zorg ervoor dat je de tanks van deze sets in de open lucht op het voordek of aan de kant wisselt. Blijf bij het verwisselen van gasflessen en het vervangen van leidingen ook uit de buurt van open vuur, er kan namelijk nog gas vrijkomen. Verder is het verstandig om het gas af te sluiten als je de boot verlaat. Overnacht je aan boord? Sluit dan, als je geen gasapparatuur (koelkast of kachel) gebruikt, de gasfles ’s nachts af. Een andere tip is om de gasfles altijd op een vlakke ondergrond te plaatsen. Een omgevallen fles kan namelijk brand en brandwonden veroorzaken. Zorg ook voor een goede ventilatie in de boot, gasgebruik in een afgesloten ruimte kan koolmonoxide veroorzaken.

Gasdetector

Het is raadzaam om een gasdetector te plaatsen zodat je op tijd wordt gewaarschuwd wanneer er gas vrijkomt in de boot. Propaan- en butaangas zakken naar de grond omdat deze gassoorten zwaarder zijn dan lucht. Plaats de melder daarom onderin de boot (bilge), maximaal 30 centimeter boven de vloer en op ongeveer twee tot drie meter afstand van de hittebron.

Veilige berging: gasbun of gasflessenkast

Gasflessen dienen buiten de kajuit in een gasbun of gasflessenkast te worden opgesteld. Ook reserve gasflessen moeten hierin worden opgeborgen. De gasbun dient van voldoende brandwerend materiaal te zijn gemaakt en gasdicht te zijn. Bij voorkeur is een kast of bun vervaardigd van metaal. Het is van belang dat de gasbun aan de bovenzijde is voorzien van een ventilatiemogelijkheid en aan de onderzijde van een schuin aflopende afvoer naar buitenboord (doorsnede van minimaal 19 millimeter). Een afvoer is noodzakelijk omdat bij een lekkage het gas naar beneden zakt (gas is zwaarder dan lucht). Let erop dat de lekgasafvoer voldoende boven de waterlijn ligt. Plaats een vlonder onder de bun zodat bij een lekkage het gas onder de fles weg kan stromen. Twee laatste tips: zorg ervoor dat de gasfles goed vast staat (zeevast bevestigen) en plaats deze nooit in de volle zon!

Veilige gasinstallatie

Het is raadzaam om de gasinstallatie elke drie jaar te laten controleren door een erkende keurmeester. Een keuring is belangrijk omdat de verzekeringmaatschappij dit verlangt en omdat vaak alleen boten met een goedgekeurde gasinstallatie in de haven worden toegelaten. De keurmeester controleert de deugdelijkheid en dichtheid van de installatie, toetst of de installatie aan de ISO-kwaliteitsnormen voldoet en beoordeelt de gehele installatie en de aangesloten apparaten. Hieronder volgt een lijst met aandachtspunten voor de controle, zodat jij ook op de hoogte bent van de juiste installatievoorschriften.

  • Gasleidingen en -slangen moeten zichtbaar zijn zodat de installatie goed gecontroleerd kan worden
  • Gasleidingen mogen niet door motor- en accuruimten lopen
  • Voorkom dat gasslangen in de knik liggen
  • Breng gasleidingen op minimaal 20 centimeter afstand van elektrische leidingen aan
  • Bescherm gasleidingen tegen mechanische beschadigingen
  • Gasleidingen moeten goed gebeugeld (minimaal om de meter) zijn
  • Gebruik een schotdoorvoer indien de gasleiding door een schot van de boot loopt
  • Gasslangen mogen niet langer zijn dan één meter
  • Zorg ervoor dat flexibele leidingen zodanig gemonteerd zijn, dat deze niet door kunnen buigen
  • Zorg met knelfittingen voor een gasdichte verbinding
  • Voor bochten in de leidingen is het verstandiger om de leidingen te buigen dan om koppelingen te gebruiken
  • Alle aangesloten gastoestellen moeten thermo-elektrisch zijn beveiligd en voorzien zijn van een afsluiter
  • Gasslangen mogen niet aangetast zijn (slijtplekken, beschadigingen en vervorming). Het is verstandig om slangen van ouder dan drie jaar te vervangen
  • Ook gasflessen mogen niet zijn aangetast. Vuil, roest en corrosie kunnen lekkages en koolmonoxide veroorzaken
  • Vaste gasleidingen dienen van koper of rvs gemaakt te zijn
  • Installeer bij diverse aftakkingen een verdeelblok
  • Kachels en geisers moeten via een vaste leiding worden aangesloten. In nieuwe installaties geldt dit ook voor koelkasten. Enkel een cardanisch opgehangen fornuis mag via een gasslang worden aangesloten. Als de slag langer is dan één meter, moet deze zijn voorzien van een afgeperste koppeling
Gouden tips voor gasveiligheid:
  • Gebruik gasflessen die geschikt zijn voor de watersport
  • Bewaar (lege) gasflessen altijd in een speciale gasflessenkast of gasbun en merk deze
  • Werk niet zelf aan de gasinstallatie, laat het over aan specialisten
  • Laat om de drie jaar je gasinstallatie controleren door een erkende keurmeester die beschikt over het certificaat ‘Gastechniek’
  • Zorg voor voldoende ventilatie om koolmonoxide te voorkomen
  • Sluit bij het verlaten van de boot het gas af
  • Vervang elke tien jaar de gasdrukregelaar en bij voorkeur de gasslang om de drie jaar
  • Raadpleeg bij lekkende gasflessen direct een specialist in om brand- en explosiegevaar te voorkomen
  • Zorg voor goed werkend blusmateriaal
Wat te doen bij brand?

BEL DE BRANDWEER VIA 112!
Heb je alle voorzorgsmaatregelen getroffen, maar ontstaat er toch een gasexplosie en uiteindelijk een brand? Alarmeer de omgeving en de hulpdiensten en blus, indien mogelijk (denk aan je eigen veiligheid!) de brand.